Naast het schrijven van boeken – op 30 maart verschijnt mijn tweede, Blijven Genieten! bij Nieuw Amsterdam, over mijn fietstocht van Italië naar Nederland – werk ik voor magazines. Zoals JAN. Of de JAN. De makers zeggen JAN, de lezers hebben het over de JAN. Een werkelijk prachtig blad met uitmuntende fotografie en verhalen die er toe doen. Ik heb vier verhalen geschreven waarvan ik vind dat ze er toe doen. Over mijn metamorfose van dikke veertiger naar fitte fietser (tevens het thema van boek één, Ga toch fietsen!) mocht ik een column schrijven. Vervolgens kreeg ik acht pagina’s om Jeannette aan het woord te laten, een vrouw die haar man kwijtraakte door zinloos geweld. Het derde verhaal ging over mijn vele verliefdheden, waar ik nu even niet over ga uitweiden, en in het nummer dat nu in de winkel ligt, staat mijn verhaal over de zeven miskramen van mijn vrouw.
Hoeveel zei u?
7.
In 2003 kregen we Max, hij is dus nu 9, en daarna was het kommer en kwel. En ellende en verdriet. Ik heb geprobeerd het zo eerlijk en openhartig mogelijk te vertellen. Zonder te veel opgelegde emotie (show, don’t tell noemen ze dat in bladenland).
Al snel kreeg ik van de hoofdredacteur van JAN te horen dat al de ontroerde reacties binnenstroomden bij de redactie. En mij bereikten, via facebook, ook prachtige berichten.
Niki: “Net gelezen, onder de indruk. Tranen aan het eind.”
Martine: “Wat een verhaal en mooi geschreven.”
Yvonne: “Prachtig en openhartig.”
Petra: “Mooi verhaal, heftig ook.”
Nathalie: “Wat een mooi verhaal, heb tranen in mijn ogen.”
En Michiel, mijn oud-collega: “Prachtig stuk. Je bent de verslaggeverij ontgroeid.”
Het was overigens niet alleen maar thumbs up. Jan vond dat ik de schaamte voorbij was en ik kreeg ook twee reacties waarin de strekking was: pijnlijk verhaal voor mensen die helemaal geen kinderen kunnen krijgen. Dat is volgens mij geen reden om het niet te schrijven, maar dat terzijde.
Eigenlijk is zo’n verhaal een boek in het klein. En net als bij mijn boeken past het mij om (soms schaamteloos) openhartig te zijn. Als ik lezers (lezeressen!) daarmee tot tranen toe kan ontroeren, dan beschouw ik schrijven als het mooiste dat er is.
One comment
Toch schreeuwt het ook om een persiflage. Het verhaal van een onfortuinlijke Volendammer. “IK HAD ZEVEN VISKRAMEN.”