Hij lijkt op m’n dochter. Alleen is ie overleden.
Hij lijkt een beetje op m’n dochter. Dezelfde witte krulletjes, blauw-groene ogen, een onvoorstelbaar lieve lach. Ook 3, schat ik. Hij heeft badschuim op zijn wangetjes en kin, het is een joch om op te vreten. ‘Hij is dus nu dood’, hoor ik de man naast me op de bank zeggen. Ik kijk in die groen-blauwe ogen van het jongetje op de foto en denk: nee. Dat kan niet. Hij ziet er zo gezond uit. Tranen branden achter me ogen.…