Etappe 8: Grand Halleux – Valkenburg 110 km 1200 hoogtemeters
Op zo’n laatste dag kan er toch weinig misgaan. Ik zie deelnemers met een fles champagne plus fraaie glazen in de achterzakken van hun wielertrui, alsof ze Lance Armstrong zelf zijn. Ach ja, dat maakt deze sport natuurlijk ook zo populair; iedereen waant zich een Tour de France-renner, we spelen allemaal Contadoortje of Cavendishje in zo’n week. Er wordt gelachen, gedold en ondanks de stromende regen – na 7 zonnige dagen worden we er op de valreep nog even fijntjes aan herinnerd dat we wel heel veel geluk hebben gehad met het weer – is de stemming opperbest.
Kan er dan echt niks misgaan? O jawel, bij ons wel. Leonard, onze flitsende fotograaf, probeert al fietsende zijn regenjack uit te trekken. Halverwege die handeling gaat de weg ineens omlaag en wappert het stukje polyester alle kanten op. Leonard grijpt nog snel naar zijn stuur, een van de mouwen verdwijnt tussen achterwiel en rem en met een noodklap smakt Leonard tegen het asfalt. Wonder boven wonder komt ie eraf met wat schaafwonden en een verzwikte pols. De schrik zit er goed in en we besluiten nu echt rustig richting Cauberg te fietsen. Maar daar, in het zicht van de haven, gaat het weer mis. Anneliese schakelt verkeerd – of de fiets doet niet wat Anneliese wil – en ook zij valt op het asfalt, dat opnieuw niet meegeeft. De schade: één tand eruit. En dat op minder dan een kilometer van de finish. Anneliese verzamelt alle moed om toch fatsoenlijk te finishen en dat lukt haar. Dat kan ook niet anders want we worden allemaal gedragen door de enorme hoeveelheid mensen langs de kant van de weg. Ik zie Myrthe Brak, mijn wielervriendin uit Arnhem, die samen met haar ouders en vriend Mattis Dielessen staat te schreeuwen en te zwaaien. Ik zie de vrouwen van de mannen en de mannen van de vrouwen. Ik zie Arjen Robben die zijn vader staat toe te juichen. Ik voel zoveel kippenvel. Ik zie mijn eigen vrouw en ik zie Max, mijn zoon. En Niek, mijn broer. Mark pakt mijn hand. Gebroederlijk gaan we door het finishdoek.
We zijn er, het zit erop. Een onvergetelijk ervaring. Ik heb hem vervloekt, die Tour for Life, op momenten dat de benen en het hoofd niet meer wilden of dat ik weer zo’n waardeloze nacht in m’n tentje had. Maar ik heb hem ook omhelsd, als het uitzicht mij in vervoering bracht of ik werd toegejuicht door alle vrijwilligers langs de kant. Ik heb ook genoten van de Tour for Life, intens genoten. Van de sfeer, het boven komen, de waardering van alle mensen om me heen. Ik heb de slappe lach gehad, ik heb stilletjes van ellende zitten huilen op de fiets (niet doorvertellen!). Het is inderdaad de Tour van je leven. Alle facetten van het leven, alle emoties, verdriet, pijn, geluk, euforie, wanhoop, blijdschap: ze komen allemaal om de hoek kijken. Je ontkomt nergens aan in zo’n week. Dank jullie wel, allemaal. De organisatie, de wielrenners, de begeleiders en de mensen van de catering die onvoorstelbare bergen hebben verzet. In gedachte omhels ik jullie allemaal en natuurlijk sluit ik af met mijn eigen adagium: Ga toch fietsen!